Om te berekenen hoeveel je maximaal zou kunnen lenen en aflossen voor consumptieve leningen, kun je gebruik maken van leennormen. De leennormen zijn opgesteld door de brancheorganisaties de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) in overleg met consumenten organisaties.
Leningen die worden afgesloten zonder onderpand worden consumptieve kredieten genoemd. Er zijn verschillende vormen consumptief krediet, zoals bijvoorbeeld doorlopend krediet, persoonlijke leningen, rood staan, kopen of afbetaling, leasen, minikrediet en aankopen met creditcards. Een consumptief krediet is een lening die je gebruikt om persoonlijke spullen of diensten mee te betalen.
Leennormen zijn bedragen die zijn vastgestelde bedragen welke je iedere maand minimaal moet overhouden om van te leven, na de betaling van een aflossing op een krediet, plus de rente.
Leennormen dienen ertoe om te bepalen hoeveel iemand mag lenen. Kredietverstrekkers dienen de financiële positie van klanten vast te stellen. Met de vastgestelde leennormen probeert men de kans te verkleinen dat mensen meer lenen dan eigenlijk verantwoord is, en wil men voorkomen dat mensen in financiële problemen terecht zullen komen vanwege te veel of te hoge leningen.
De berekening van wat je kunt lenen is afhankelijk van jouw inkomen, jouw leefsituatie en de vaste lasten en dit is precies de informatie die in de leennormen worden meegenomen. Het soort persoonlijke lening die je afsluit en het rentepercentage zijn niet van belang voor het maximale bedrag van de lening en de aflossing. Of je nu voor een persoonlijke lening of voor een doorlopend krediet kiest, het maximum af te dragen bedrag is gelijk.
De maandlasten van een lening bestaan uit de te betalen rente en de aflossing. Hoeveel geld je leent, de rente en de duurtijd van de lening zijn bepalend voor de maandelijkse kosten. Op het moment dat je een lening aanvraagt, moet je de maandlasten wel kunnen opbrengen.
Wat je werkelijk kunt lenen wordt bepaald door de kredietverstrekker waar je de lening aanvraagt. Banken en kredietverstrekkers maken dus gebruik van de algemene leennormen. Het maximale bedrag dat je kunt lenen is het totaalbedrag dat jij volgens de vastgestelde leennormen kunt lenen. Het maximale bedrag wordt echter vermindert met andere persoonlijke leningen die je misschien al hebt afgesloten, maar ook aankopen op afbetaling, creditcards, uitgestelde betalingen en winkelpassen die je hebt uitstaan.
Alle kredietverstrekkers in Nederland gebruiken dus dezelfde regels ter bepaling van de hoeveelheid geld je maximaal mag lenen. Kredietverstrekkers bepalen volgens de VFN norm in vier stappen de hoogte van je maximale leenbedrag en het berekenen van de leennorm één van deze stappen:
1. Vaststellen basisnorm en opslagpercentage
2. Berekenen leennorm
3. Berekenen leencapaciteit
4. Maximale leenbedrag
Er wordt gewerkt met een basisnormen en een leennormen. Men gaat uit van een tabel, die regelmatig wordt aangepast, en waarin de leennorm en basisnorm per gezinssituatie staan weergegeven.
De basisnorm is gebaseerd op het minimum netto inkomen en is het minimale bedrag dat een huishouden aan inkomen dient te hebben. Is jouw netto inkomen lager dan de basisnorm, dan mag men geen lening aan jou worden verstrekken. Welk bedrag als basisnorm voor jou geldt is afhankelijk van het type huishouden. De bedragen worden ieder jaar opnieuw vastgesteld.
De leennorm is verbonden aan de levensstandaard. In de leennorm wordt er rekening gehouden met het feit dat mensen meer inkomen verdienen en ruimer gaan leven. Ze gaan bijvoorbeeld in een grotere auto rijden, kopen duurdere producten of gaan op luxe vakanties. Deze omstandigheden zijn in de leennormen verwerkt. De leennorm is daarom een optelsom van de basisnorm plus 15% van het netto inkomen. Hierdoor wordt het bedrag voor maandelijkse uitgaven hoger.
Leennorm = Leennorm = basisnorm + (opslagpercentage*(inkomen -/-minimuminkomen)) + aanvullende inkomensafhanklelijke opslag. Er geldt een minimumnorm vanaf specifieke vastgestelde inkomens.
Per 4 september 2023 is de VFN leennorm gewijzigd. Op 1 april 2021 is de VFN leenorm ingestedl, wat betekende dat kredietverstrekkers nog uitgebreider naar je inkomsten en uitgaven kijken. De volgende zaken worden sindsdien meegenomen in de bepaling van het maximale leenbedrag:
In april 2021 zijn ook de gezinscategorieën gewijzigd. Voorheen waren er slechts 4 verschillende categorieën: alleenstaand, alleenstaand met kinderen, gehuwden/samenwonenden en gehuwden/samenwonenden met kinderen.
Per 1 april 2021 is het aantal gezinscategorieën uitgebreid naar 8 en de reden van deze wijziging is dat kredietverstrekkers beter kunnen inschatten hoe hoog de uitgaven zijn. De nieuwe categorieën zijn:
Alleenstaand zonder kind(eren)
Alleenstaand met kind(eren)
Samenwonend zonder kind(eren)
Samenwonend met kind(eren)
Alleenstaand
Alleenstaand met kind(eren)
Samenwonend zonder kind(eren)
Samenwonend met kind(eren)
Na de nieuwe indeling van de gezinscategorieën zien de basisnormen en toeslagen er als volgt uit:
Alleenstaande: € 1.413 (was € 1.181)
Alleenstaande met kind(eren): € 2.333 (was € 1.842)
Samenwonend: € 1.987 (was € 1.673)
Samenwonend met kind(eren): € 2.640 was (€ 2.140)
Alleenstaande: € 1.302 (was € 1.071)
Alleenstaande met kind(eren): € 2.122 (was € 1.732)
Samenwonend: : € 1.888 (was € 1.562)
Samenwonend met kind(eren): € 2.541 (was € 2.030)
Alleenstaande: 10% (was 15%)
Alleenstaande met kind(eren): 5% (was 12,5%)
Samenwonend: 10% (was 12,5%)
Samenwonend met kind(eren): 10% (niet gewijzigd)
De maximale maandlasten vormen de basis voor de maximale lening die je zou kunnen afsluiten. Hoe groot zijn de maximale maandlasten? Bruto en netto maanlasten. En hoe bereken je wat je kunt aflossen?
De maximale maandlast die een lening volgens de VFN normen wordt als volgt berekend:
Maximale maandlast = netto maandinkomen -/- vaste lasten -/- leennorm
De maximale lening wordt berekend met behulp van de maximale maandlast. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de 2% regel. Als je krediet/een lening aanvraagt dan dien je minimaal 2% van het kredietbedrag per maand aan ruimte hebben om de lasten te betalen.
Maximale lening = maximale maandlast / 2% of maximale lening = maximale maandlast x 50
De maandlasten van de lening kun je onderverdelen in bruto- en netto maandlasten. Het verschil is het bedrag dat je misschien kunt aftrekken van je vermogen in box 3 van de belastingen. Een lening is geen bezitting, het is een schuld. Een lening verlaagt dus je vermogen in box 3, met als effect dat je minder belasting zou hoeven te betalen over je vermogen. Er geldt een vrijgesteld bedrag en een schuldendrempel.
Bruto maandlasten = aflossing + rente
Netto maandlasten = aflossing + rente – vermogensaftrek (box 3)
Bij de aflossing doorlopend krediet betaal je een vast percentage van de kredietlimiet als je geld opneemt. Dit percentage is meestal 1, 1,5 of 2 procent. Is je kredietlimiet bijvoorbeeld € 10.000 en is het aflospercentage van 1,5%? Dan betaal je iedere maand 150 euro. Het maakt daarbij niet uit of je € 1.000 of € 10.000 euro uit je limiet hebt opgenomen. Let wel op! Deze € 150 per maand is zowel rente en aflossing.
Het berekenen van de aflossing en het maandbedrag voor persoonlijke leningen is ingewikkelder. Eerst dien je te berekenen hoeveel je in totaal aan rente en aflossing over de volledige looptijd zou moeten betalen. Vervolgens wordt dit totale bedrag gedeeld door het aantal maanden van de looptijd van de persoonlijke lening. Zo betaal je iedere maand een vast bedrag.